Becoming who I was is een boeddhistische documentaire die je diep raakt omdat het een universeel verhaal vertelt. Dat van de onvoorwaardelijke liefde tussen een kind en zijn oom. Samen gaan ze voor één droom: de nieuwe leraar van een boeddhistische gemeenschap worden. De film heeft me oprecht ontroerd. Niet voor niets ontvingen de makers een prijs op het bekende filmfestival van Berlijn. Daarom wilde ik er meer over weten. En dat lukte, via de Koreaanse producer Jin Jeon en regisseur Chang-yong Moon. Zo ontdekte ik wat er voor nodig is om jarenlang te kunnen filmen in het onherbergzame klein Tibet (Ladakh in India).

Waarom wilde je deze boeddhistische documentaire maken?
Chang-yong Moon: “Ik ontmoette de jongen voor de eerste keer in 2009 toen ik bezig was met een andere documentaire. Ik was geraakt door de sterke band tussen de jongen en zijn peetoom in de bergen van klein Tibet. Het herinnerde mij aan de liefde tussen mij en mijn moeder. Het was prachtig te zien hoe de jonge Padma en zijn oom Urgyan bij elkaar vertrouwen en onvoorwaardelijke liefde vonden. Hun verhaal van geloven in jezelf en het vinden van een plek in deze wereld wilde ik in beeld brengen. Het gaf me een vorm van hoop in de hectische wereld waarin we nu leven.”
Hoe hebben jullie het volgehouden om ruim acht jaar te filmen?
Moon & Jeon: “We wisten van tevoren niet dat het zo lang zou duren! Omdat we gedurende het project geld tekort kwamen, moesten we tijd vrijmaken om de financiering van de film rond te krijgen. Bovendien hebben Padma en Urgyan hun reis naar Tibet uitgesteld tijdens de film. Ze hadden namelijk berichten ontvangen over de gevaarlijke situatie voor Tibetanen in ballingschap. Daardoor stelden zij hun reis van eind 2014 uit tot begin 2016. Omdat we het geduld hadden deze belangrijke levensreis te filmen, konden we het wachten opbrengen.”
Wat hebben jullie gedaan om zo intiem te kunnen zijn met de hoofdpersonen?
Moon & Jeon: “Nog ruim voordat Padma werd aangewezen als de reïncarnatie van een lama, had Moon al een band met hem opgebouwd. Daardoor kon hij makkelijk toegang krijgen tot de familie en hun leven, wat uitzonderlijk is in de Tibetaanse cultuur. Ook onze tijdelijke woonplek in het afgelegen dorp Sakti zorgde voor een goede onderlinge band. Maar er waren genoeg uitdagingen: hoogteziekte, strenge winters met twintig graden onder nul, gebrek aan water en voedsel, en geen toilet of douche. Omdat we alles zelf deden met een kleine crew was het een flinke beproeving, maar het zorgde wel voor de mooie intimiteit.”
Konden jullie behalve afzien ook genieten van de documentaire?
Jin Jeon: “Het dorpje was werkelijk prachtig. Zo afgelegen en daardoor ook onaangetast. Ik genoot van de bergtoppen gehuld in sneeuw die ‘s nachts de maan weerspiegelden. En de duizenden sterren die de donkere nacht verlichtten. Ieder seizoen was adembenemend. Maar het meest indrukwekkende waren natuurlijk de intieme momenten tussen de jongen en zijn oom die we zo graag wilden vastleggen voor deze film.”
Tijdens de film vroeg ik me telkens af: waar is de vader van de jongen?
Jin Jeon: “De vader van Padma werkte in de stad Leh, buiten het dorp. Zo’n een à twee keer per week kwam hij naar huis. Zowel met zijn zoon als de andere familieleden had hij een goede band, maar hij was er gewoon niet zo vaak omdat hij geld moest verdienen in Leh. Daarom zie je hem nauwelijks in deze boeddhistische documentaire. Bovendien wilden we de focus leggen op de bijzondere relatie tussen de jongen en zijn oom. En die band was zelfs sterker dan die tussen hem en zijn eigen moeder.”
En waarom zijn jullie zo geïntrigeerd door deze boeddhistische Tibetaanse cultuur?
Jin Jeon: “Het is niet zozeer de Tibetaanse cultuur die ons interesseerde, maar de prachtige toewijding tussen twee mensen. Ik ben zelf Christen en ik geloof dat dit verhaal over onvoorwaardelijke liefde alle grenzen van cultuur, religie, ras en nationaliteit overstijgt. Het is een hartverwarmend verhaal waarin iedereen zich kan herkennen. De liefde tussen deze mensen veroverde ons hart. Vooral omdat de oom alles opgeeft om bij de jongen te zijn. Wat er ook gebeurt. En dat verhaal wilden wij ontzettend graag delen met de wereld.”
Gaan jullie binnenkort een nieuwe docu maken?
Jin Jeon: “We werken momenteel niet samen, maar we zijn nog steeds bezig met human-interest documentaires. Dat is onze gedeelde passie. Moon werkt momenteel aan een project waarbij hij een hoofdpersoon volgt op de grootste vuilnisstort van India. Daar werkt hij met zeven broertjes en zusjes als moderne slaven. Ik ben bezig met een film over een Koreaanse chef die bekend is vanwege zijn keuze voor natuurlijke ingrediënten die volgens anderen niet eetbaar zijn.”
Première op de Nederlandse tv
Laetitia Schoofs, filmmaakster en verantwoordelijk voor de boeddhistische tv bij KRO-NCRV, heeft ervoor gezorgd dat de documentaire zondag 15 april op televisie komt (en daarna online via Uitzending Gemist). Via haar netwerk met Koreaanse makers heeft zij de tv-rechten kunnen bemachtigen. Enkele jaren geleden kwam ze namelijk in contact met een Amerikaan (woonachtig in China) die zich inzet om producties uit Zuidoost-Azië onder de aandacht te brengen. Tijdens een IDFA-diner een half jaar later introduceerde hij de Koreanen bij Laetitia: “Ik was direct onder de indruk van zowel de makers als hun idee. Daarom hebben we contact gehouden en heb ik ze gevolgd toen de film wereldwijd werd uitgebracht. Gezien het succes ervan heb ik de film aangekocht om uit te zenden via De Boeddhistische Blik.”
- Lees ook de Nederlandse recensie over Becoming Who I was.
- Becoming who I was via Uitzending Gemist
