Het gras wordt groener. Dat was titel van een boekje dat ik enkele jaren geleden ontving van mijn vader. Hij had het op zijn beurt gekregen van een collega – eind jaren zeventig – die zich bezighield met zingeving en spiritualiteit. Ik had het dunne boekje destijds weggelegd, maar was het nog niet vergeten. En jawel, bij de zoveelste huiselijke opruimsessie kwam het boekje weer tevoorschijn. Geschreven door Thich Nhat Hanh.
Die naam zei me destijds helemaal niets, maar na mijn omzwervingen door Tibet, het lezen van boeken over boeddhisme, mindfulness en mediteren, wist ik wel degelijk wie hij was: een geliefde zen-boeddhist en vredesactivist uit Vietnam. Razend enthousiast vloog ik door zijn geschriften. Zijn wijsheden over een bewust en mindful leven gaven me de inspiratie en houvast die ik hard nodig had, met name zijn anekdote over tijd. Want ik kwam tijd tekort.
Wijsheid over tijd
Een vader klaagde omdat hij nooit tijd voor zichzelf had. Alles leek opgedeeld in stukjes: werken, koken, huiswerk nakijken, schoonmaken, luisteren naar zijn vrouw, opruimen en naar bed. Het beviel hem niet. Hij wilde dolgraag met zijn kinderen spelen, naar zijn vrouw luisteren en lekker koken, maar waar bleef zijn tijd?
De vader wilde zijn situatie veranderen, maar het lukte hem niet.
Na lang peinzen keerde hij zich tot zijn eigen geest. En uiteindelijk kwam hij – in complete kalmte – tot een helder inzicht. Hij concludeerde dat zijn persoon altijd aanwezig was. Of hij nu schoonmaakte of naar zijn kinderen luisterde, de tijd van de ander was ook zijn tijd. Als hij voortaan met bewuste aandacht naar het verhaal van zijn zoon zou luisteren en zijn persoonlijke tijd hiermee zou verbinden, werd het een compleet andere gewaarwording. Door stil te staan bij de woorden van anderen en de gedachten die daaruit voortvloeiden, maakte hij de momenten bewust mee en kreeg hij zelf eenzelfde aandeel in het geheel. Zo zou er zelfs geen grens meer zijn tussen zijn tijd en die van een ander.