Open je ogen voor een wereld die de jouwe is en geef je hart de ruimte om er te wonen. Pas dan kom je thuis. Precies wat ik heb gedaan op reis naar het mindfulness klooster in Frankrijk.
Op reis naar de bakermat van mindfulness
Ik moest en zou het klooster van Thich Nhat Hanh bezoeken, de zenboeddhist die mindfulness naar Europa bracht. Net zoals ik in 2010 per se naar Tibet wilde gaan om het voormalige paleis van de boeddhistische Dalai Lama te betreden. In het Franse klooster van Thay, zoals zijn volgelingen hem noemen, zou ik de waarheid van mindfulness vinden. En dus vertrok in naar Plum Village.

Een toegankelijk klooster met meer dan honderd monniken en nonnen die 24/7 de essentie van ‘aandachtig leven in het nu’ beoefenen.
Bovendien zou ik verblijven op de permacultuur camping van Sandra en Santi, een voormalige non en monnik die enkele jaren in hetzelfde klooster hadden geleefd. Zoveel mindfulness, verlichting en zingeving bij elkaar. Dat moest toch bovenaards uitzinnig zijn?
Verlichting voor mijn mind in het klooster?
Als ik álle clichés mag opsommen die het leven voor het voetlicht brengt, dan is deze reis inderdaad een grote verlichting geweest. Maar niet die van het vredige soort. Een frustrerende golf van onrust die alle getijden leek te overstijgen en pas zou wegebben als ik stopte met zoeken.
En juist dat laatste bleek nagenoeg onmogelijk met een geest die continu hongerig was.
In eerste instantie was ik de vrolijkste versie van mezelf: geland in Bergerac en met mijn huurautootje scheurend over kronkelende wegen in het heuvelachtige landschap van de Dordogne dat als een prachtig lappendeken van okergeel stro, frisgroene wijngaarden en roomwitte kasteeltjes over de aarde gedrapeerd lag. Ik nam de ene onbestemde afslag na de andere om opzettelijk te verdwalen tussen de vervallen wijndomeinen waar alleen de honden nog een teken van leven gaven.
Ongemakkelijk en onrustig op reis
Via Bergerac en vele omwegen stond ik uiteindelijk laat in de middag voor de poort van Simply Canvas, de mindfulness camping van Sandra en Santi. Afgelegen en stil. Logisch gezien het laagseizoen, de extreme hitte en het tijdstip, maar voor mij een ongemakkelijke blik in niemandsland. Hoe hier te landen, mijn geest te voeden, te lachen, ontspannen en op-en-top Didie te zijn? Achteraf gezien is er natuurlijk geen enkele plek op aarde waar ik zoveel van mezelf kan geven tegen een prijs die het mij waard is. Gelukkig knoopte Sandra een prettige babbel met me aan waardoor ik snel opwarmde vanuit mijn bevroren toestand en niet veel later in het zwembad lag.

Thuis voelen in de wereld van mindfulness
Afgezien van mijn riante safaritent bleken nog twee huisjes bezet: een ouder echtpaar samen op vakantie en een jonger stel met baby en peuter voor een weekje hier geland. De dame van het echtpaar bleek al eens een retraite bij Plum Village te hebben bijgewoond en ooit de pelgrimsroute te hebben gefietst van Nederland naar het Spaanse Santiago de Compostella (jawel, die staat ook nog op mijn lijst). Al pratende schakelde ik over van de zoekende reiziger naar een persoon met oprechte interesse en een eigen verhaal. Desondanks bleef ik me tot diep in de nacht afvragen of ik me thuis zou gaan voelen op deze camping.
Dat de nacht die volgde onrustig was en ik nauwelijks kon slapen, mocht geen wonder heten.
En dat ik de volgende dag tijdens mijn bezoek aan het klooster met dezelfde onrust werd overmand, evenmin. De weg naar de New Hamlet, een van Plum’s drie vestigingen, voelde als het aftellen tot de grote openbaring, maar de eerste stappen in de kloostertuin brachten mij opnieuw compleet uit balans.

Kan ik in het mindfulness klooster tot rust komen?
Mijn worsteling duurde langer dan ik had gehoopt en mijn aanhoudende onrust en beperkte nachtrust begonnen mij op te breken. Het lukte me nog wel om twee uur in de lotushouding de dharma-lezing te volgen (zie het als wijze levenslessen van boeddha): “Omarm je negatieve gevoelens, maar voed ze niet. Richt je aandacht op de positieve ‘zaadjes’ van je leven en geef ze de kracht die ze nodig hebben om het negatieve te overstijgen.”


Ik probeerde thuis te komen tijdens de meditatie in het boeddhistische klooster
Daar in de meditatiehal, met meer dan honderd monniken, nonnen en bezoekers zoals ik, deed ik mijn stinkende best om alle onrust niet langer te voeden en me te richten op een moment van mindfulness. En langzaam, trager dan mijn geest rennen kon, viel ik in slaap. Zittend op mijn paarse kussentje. Met een rechte rug en een verstilde geest. Een unicum voor iemand die enkel in donkere ruimte, zonder geluid en bij voorkeur met eigen hoofdkussen slapen kan. Het duurde misschien maar een paar minuutjes, en toch was het lang genoeg om thuis te komen en mindful te zijn.


De onrust had mij nog niet helemaal verlaten in dit klooster, maar ontspanning voerde de boventoon.
Na het kloosterbezoek maakte ik een wandeling over diezelfde kronkelende weggetjes die mij aan het begin van deze reis zo gelukkig hadden gemaakt. In de verte een kasteel, omringd door tientallen wijngaarden, en een enkel weggetje langs boomgaarden die mij stil deden staan. Ik kroop over de hekken en dook nieuwsgierig in de bomenreeks. Hazelnoten! Rijenlang met bomen waarin de eerste vruchten tot bloei kwamen. Tussen de tienduizenden nootjes in wording vond ik een enkeling die zichzelf al rijp had verklaard. Ik brak de donkerbruine bast open en proefde de robuuste, authentieke smaak van het Franse platteland.
Een grote glimlach dat ik hier mocht zijn.
Omdat ik dat zelf had gewild, er doelbewust naar toe had gewerkt en hier nu in alle vrijheid stond te genieten als een kleine avonturier in het Franse achterland, net zoals vroeger, toen ik een schatkaart tekende die mij via de bossen achter ons huis naar een bijzondere plek moest leiden die niemand eerder had ontdekt.
In de dagen die volgden bezocht ik de andere locaties van het mindfulness klooster.
Samen met Sandra ging ik naar de Lower Hamlet, Plum’s tweede plek. Later reed ik, na een bezoek aan het middeleeuwse Bergerac, naar de derde vestiging: Upper Hamlet. Ondertussen bleven mijn rust en onrust met elkaar wedijveren en was ik regelmatig allesbehalve ‘thuis’. Totdat ik in de verte de Happy Farm van het klooster zag liggen. Alles viel samen. Mijn liefde voor de natuur bijgebracht door mijn moeder, mijn avontuurlijke inslag dankzij een ondernemende vader, de ruimte om mezelf te mogen zijn aangewakkerd door mijn wijze, lieve man en mijn onbevangen kijk op de wereld die ik als Didie altijd koesteren zal.

De Happy Farm van de boeddhisten leek wel een gigantische tuin, een soort moestuin.
De leken uit Plum Village, mensen die in het klooster wonen, maar geen non of monnik zijn, verbouwden er groenten, fruit en kruiden om alle bewoners van het klooster dagelijks van vers eten te voorzien. Maar voor mij was het veel meer dan dat.
Hier voelde ik de ziel van mindfulness, de kern van het leven.
Een vorm van schoonheid die enkel tot bloei kwam dankzij de strijd die eraan vooraf was gegaan. Het is zoals Thich Nhat Hanh zelf vertelt: No Mud No Lotus. Zoiets als: de schitterende Lotusbloem kan niet groeien zonder de modder waar zij uit voortkomt.
Dat is mindful zijn.
In het vliegtuig op weg naar huis las ik het boek van Sandra, de levensreis naar Frankrijk en mindfulness. Hierin schrijft ze over haar levenspad van een intensief werkend bestaan, vijf jaar in het klooster en een vriendschap met Santi. Deze vriendschap groeide uit tot een relatie en vond uiteindelijk een bestemming op de camping waar zij nu wonen en werken. Al lezende begreep ik de moeilijkheid van mijn persoonlijke onrust aldaar: met zoveel vreugde en kalmte om mij heen werd de onrust van mijn zoektocht nog veel duidelijker zichtbaar. En dat was in Plum Village niet anders geweest. Behálve op de momenten waar mijn ziel gevoed werd, middenin de natuur, waar niemand een oordeel vellen kon.

Bij terugkomst in Breda moest ik ontzettend wennen aan het Nederlandse thuis: hoe kon ik mindful zijn in de donderende drukte van de stad?
Weemoedig en zelfs wanhopig vroeg ik mijn man om hulp. Want stapelverliefd getrouwd en dolgelukkig met onze zoon, wie had er dan nog het recht ontevreden te zijn? Maar hij ‘hoorde’ mij: mijn kwetsbare verleden, onophoudelijke levenslust, zucht naar avontuur en spontaniteit van een creatieve geest. Met al zijn kalmte gaf hij me het vertrouwen om mijn ‘positieve zaadjes’ vooral te blijven voeden en dat we daarvoor niet in een Frans klooster hoeven te zijn.
Ik mag mijn mindfulle levenspad koesteren en ons leven ermee verrijken, gewoon hier in Brabant.
En dus kocht ik voor het eerst in mijn leven biologisch rundvlees en scharrelkip filet, knoopte ik mijn Franse windgong in onze Chinese keizerboom en kochten we een robuuste bank van katoen in plaats van een goedkope synthetische variant. Met ons zoontje wandelde ik diep het Mastbos in om een stok te zoeken voor zijn kamertje en trokken we als twee kleine boeven een bramenstruik uit de grond: een eerste poging tot een zelfvoorzienend leven. De geschriften en boeken van mindfulness monnik Thich Nhat Hanh hing ik aan de muur en ik kreeg van mijn man een meditatiekussen cadeau. Eindelijk kwam ik thuis.