‘Als je vleugels hebt, moet je ze gebruiken’, het zijn de woorden van Florence Nightingale op een vergeeld papiertje boven mijn bureau. Als twintiger kreeg ik papiertje van mijn vader. Het maakte deel uit van een scheurkalender waarvan alleen dit blaadje het bewuste jaar heeft overleefd. Het had alles te maken met compassie, al had ik nog heel wat jaren nodig om dat te ontdekken.
Mijn vleugels hebben zich gevormd vanuit een nieuwsgierige geest.
De verwondering over dit leven en de verbeeldingskracht die we van nature bezitten hebben me altijd gefascineerd. Welke verhalen vertellen we elkaar over dit wonderlijke leven? En hoe zorgen we ervoor dat deze verhalen doorverteld worden en ons motiveren om voluit te leven? Die nieuwsgierigheid heeft ertoe geleid dat ik me bovenmatig interesseer voor de magie van ‘inhoud en vorm’. Tijdens mijn jeugd, studie en werkende leven heb ik me beziggehouden met dit vraagstuk. Ik ben een expert in het vak communicatie geworden en heb mijn vleugels gebruikt om een brug te slaan tussen mensen die iets te vertellen hebben en mensen die op zoek zijn naar dat ene verhaal.
Mijn carrière kreeg de afgelopen jaren een altruïstisch dimensie: compassie als welvaart.
Ik ben me gaan inzetten voor organisaties, ondernemers en mensen die van betekenis willen zijn door prosociaal te ondernemen. Ook op het persoonlijke vlak is compassie belangrijk geworden: een persoonlijke zoektocht heeft mij bij oosterse wijsheidstradities zoals het boeddhisme gebracht.
Waarom compassie uit het oosten?
De grondhouding in de oosterse stromingen omvat datgene wat mij rust geeft in moeilijke periodes. De boodschap is als volgt: ‘Ben je bewust van het huidige moment, erken dat er lijden mag zijn, besef je dat er een weg uit het lijden is en handel ernaar. Niet alleen om jezelf uit het lijden te verlossen, maar ook de mensen, dieren en natuur met wie je samenleeft; omdat je verbonden bent met alles en iedereen’. Door zelfcompassie en compassie voor anderen creëer ik de mogelijkheid om mijn mooiste leven te leiden, een leven van liefde, gelijkmoedigheid, veerkracht en geluk. Niet in het hiernamaals of op een andere plek in de kosmos, maar nu.
Die levenshouding brengt mij rust in periodes waarin ik ongelukkig, eenzaam of onrustig ben.
Weten én ervaren dat moeilijke periodes altijd aan verandering onderhevig zijn en dat ik er zelf een positieve bijdrage aan kan leveren door mijn mind en lichaam te kalmeren, is een van de grootste cadeaus die ik mezelf heb gegeven. De geschenken heb ik gevonden in de teksten van zenleraren, lezingen van boeddhistische monniken en in de kloosters van Tibet, Frankrijk en België.
Het is mijn overtuiging dat compassie – het natuurlijke vermogen van het menselijk hart om zorg voor en verbinding met een ander wezen te voelen – een fundamenteel aspect is van onze natuur dat gedeeld wordt door alle mensen, en de basis is van ons geluk.
Dalai Lama over compassie en geluk

Gezien mijn christelijke opvoeding heb ik deze oosterse wijsheidstradities van het boeddhisme pas rond mijn dertigste leren kennen. Daarbij moet gezegd worden dat ik de christelijke tradities in latere jaren nooit heb afgezworen. Na mijn vanzelfsprekende doopsel, communie en vormsel heb ik er vrijwillig voor gekozen onze zoon te dopen en voor de kerk te trouwen. Desondanks voel ik me qua levensfilosofie meer verwant met de oosterse tradities dan de westerse religies, alhoewel de religieuze grenzen inmiddels vervagen door globalisering en inclusiviteit. Met de opkomst van de natuurreligies in het westen en de aandacht voor sjamanen lijken we zelfs terug te grijpen op oude geloven van ver voor Christus en van beschavingen die nu niet meer bestaan.
Dankzij oosterse compassie hoef ik niet te wachten op geluk.
Waar compassie in het westen resoneert met de mores van een goed christen zijn om in het paradijs te mogen landen, zien de boeddhisten van de Mahayana stroming compassie als een universele waarde in het dagelijkse bestaan. Deze levenshouding draagt bij aan een goed leven nu. De eerste boeddhisten uit de Theravada traditie zagen de beloning pas nadat je compleet verlicht was. Dat was alleen mogelijk na het totaal aan reïncarnaties dat nodig was om uit deze cyclus te geraken van wedergeboorte. Verlichting en verlossing was alleen mogelijk door je karma tot in perfect te ontwikkelen. In dat opzicht voelt die stroming voor mij niet veel anders dan de christelijke mores. Het Mahayana boeddhisme daarentegen, heeft mij geholpen te leren leven, in het bijzonder dankzij het werk van de Vietnamese zenleraar Thich Nhat Hanh. Daarom geef ik de voorkeur aan compassie uit het oosten boven de christelijke ‘benevolence’.
De Boeddha is er altijd, niet alleen om je heen, maar ook in je. Als je een gedachte produceert van compassie, van vergeving, van begrip, dan ben je afgestemd […] en kun je in contact komen met een enorme bron van energie.
Zenleraar Thich Nhat Hanh over compassie

Compassie en kalmte in de ogen van Boeddha
Een tweede reden waarom ik compassie vanuit oosterse stroming verkies boven het christelijke is de verbeelding van het geloof. Ik heb me nooit prettig gevoeld bij de aanblik van Jezus aan het kruis of de lijdende moeder Maria die aan de voet van het kruis zat. Boeddha daarentegen heeft me altijd vriendelijk aangekeken, al dan niet met de ogen neergeslagen in volledige kalmte tijdens de meditatie. De liefdevolle vriendelijkheid en onvoorwaardelijke compassie die de boeddha’s in Tibet uitstraalden hebben mij altijd een gevoel van geborgenheid gegeven. Het idee dat je in dit leven gelukkig kunt zijn en de liefdevolle energie die ik ervaar in het bijzin van boeddhistische beelden, kloosters en de gemeenschappen maken dat ik compassie behandel vanuit de oosterse wijsheidstradities.
De christelijke verpleegster Nightingale heeft vast en zeker vrede met mijn compassie.
Te meer omdat zij ook voorbij de tradities keek: Ze beschreef haar christelijke drijfveren in het boek Suggestions for Thought met inzichten uit oosterse godsdiensten. Bovendien benadrukte ze dat we beperkingen op het gebied van gezondheid, kennis en gerechtigheid met wetenschap moeten verruimen, iets dat de bekendste boeddhistische monnik Z.H. De Dalai Lama ook verkondigt. Een goed leven vraagt om compassie en wijsheid, alleen met het juiste inzicht zal het gedrag bestendigen. Een gelukkig leven kan niet bestaan zonder lijden en het is onze taak om hiermee om te gaan en anderen te helpen. Nightingale zou het postuum roerend met hem eens zijn: ‘Lijden is de prikkel om tot vooruitgang te komen’, aldus de verpleegster.

ps: op de foto bovenaan dit artikel zie je zenleraar Thich Nhat Hanh. Hij toont het handgebaar (mudra) van compassie. De foto is genomen terwijl de monniken en nonnen van zijn kloostergemeenschap het lied van compassie zongen in het Europese Institute of Applied Buddhism (EIAB) in Duitsland (foto: Plum VIllage).